Het Nationale Klimaatakkoord is bekrachtigd door het Rijk, de koepelorganisaties van gemeenten, provincies, waterschappen, landbouworganisaties, terreinbeherende organisaties, milieuorganisaties, etc. In dertig energieregio’s in Nederland vindt een uitwerking plaats waar en hoe elektriciteit op land (wind en zon) duurzaam opgewekt kan worden. Daarnaast wordt er gekeken naar welke warmtebronnen te gebruiken zijn in samenhang met de warmtevraag en welke warmte-infrastructuur daarvoor nodig is, zodat woningen en (bedrijfs)gebouwen van het aardgas af kunnen.
Het Klimaatakkoord bevat een samenhangend pakket aan maatregelen dat moet zorgen voor een CO2-verlaging van tenminste 49% in 2030, ten opzichte van het jaar 1990. Er is voor het onderdeel ‘bebouwde omgeving’ afgesproken dat dit via de RES'en loopt. Elke regio benoemd in hun RES wat de gezamenlijk ambitie is om bij te dragen aan de landelijke doelstelling van de opwek van 35 terawattuur (TWh).